Reflexologie is een holistische geneeswijze, die oorspronkelijk bekend stond als de reflexzonetherapie, en die werkt door middel van het uitoefenen van druk op en het masseren van de handen en de voeten.
Het Van Dale woordenboek omschrijft “reflex” als: “re·flex de; m -en onbewuste reactie op een prikkel”. Echter, binnen de reflexologie wordt reflex gebruikt in de zin van “reflectie” of spiegelbeeld. Deze reflecties of reflexzones bevinden zich in de voetzolen, op de handpalmen, op de oren, op het gelaat… die zich als kleine spiegels van het gehele organisme gedragen.
De oorsprong wordt wel eens in Egypte gezocht. De aanleiding hiervoor wordt gevormd door een reliëf in een Egyptische graftombe uit 2330 v.C. In de afbeelding zijn vier mensen weergegeven. Eén wordt behandeld met voetmassage en één met handmassage.
Anderen schrijven de ontdekking toe aan de Inca’s, een van de oudere Peruaanse volkeren, met een geschiedenis van mogelijk 12.000 jaar. Er wordt wel beweerd dat zij hun kennis van zonetherapie aan de Noord-Amerikaanse Indianen nalieten, die deze vorm van behandeling tot op de dag van vandaag nog toepassen.
Zeker is dat de zonetherapie al in de 16e eeuw werd gebruikt. Cellini (1500-1571), de bekende Florentijnse beeldhouwer, gebruikte stevige druk op zijn handen en tenen om de pijn in zijn lichaam te verlichten en dit had blijkbaar resultaat. Tijdens de 16e eeuw werden in Europa verscheidene boeken over zonetherapie gepubliceerd. Eén van die boeken was geschreven door dr. Adamus en dr. Atatis. Iets later verscheen een soortgelijk boek van de hand van dr. Ball uit Leipzig.
De oorsprong van de reflexologie is dus niet echt bekend. In zijn boek “Zone Therapy” stelt dr. William Fitzgerald het volgende: “Een vorm van behandeling met gebruik van drukpunten was 5000 jaar geleden al bekend in India en China. Deze kennis is echter verloren gegaan. Misschien werd het verdrongen door de acupunctuur, die als de sterkere loot uit dezelfde stam voortkwam.” De eer voor het opzetten van de reflexologie zoals wij die vandaag de dag kennen, komt toe aan dr. William Fitzgerald.
In 1895 studeerde hij op 23-jarige leeftijd af in de medicijnen aan de universiteit van Vermont (V.S.). Na te hebben gewerkt in ziekenhuizen in Wenen, Parijs en Londen, specialiseerde hij zich als keel-, neus- en oorarts en vestigde zich in Connecticut. Toen hij in Wenen werkte, bestudeerde hij de werken van de. H. Bresslar, die de relatie tussen drukpunten in de voet en de organen onderzocht had, en wiens bevindingen in een boek, “Zonetherapie”, gepubliceerd waren. Interessant genoeg meldde dr. Bresslar dat de therapeutische voetmassage al in de 14de eeuw toegepast werd.
Dr. Fitzgerald begon de zonetherapie op zijn patiënten toe te passen. Om druk uit te oefenen, maakte hij gebruik van riemen, klemmen en sondes van rubber.
Hij ontdekte dat, indien er druk op zekere delen van de voet werd uitgeoefend, bepaalde delen van het lichaam verdoofd raakten. De resultaten van zijn onderzoek stelden hem in staat om het lichaam onder te verdelen in tien longitudinale energiezones – vijf voor de rechterhelft van het lichaam en vijf voor de linker – door een denkbeeldige lijn van de top van het hoofd door het midden van het lichaam te trekken. Deze tien energiezones eindigen bij de voetzolen en de handpalmen.
In 1916 beschreef dr. Edwin Bowers, een collega van dr. Fitzgerald, de behandeling zoals voorgesteld door dr. Fitzgerald en noemde het “zonetherapie”.
Een jaar later verscheen hun gezamenlijke werk in een boek dat Zone Therapy heette. Het bevatte behandelingen en aanbevelingen voor artsen, tandartsen, gynaecologen, keel – , neus – en oorartsen en chiropractors. De eerste uitgave bevatte diagrammen met de reflexen op de handen en voeten en de daarmee samenhangende tien zones van het lichaam.
Dr. Fitzgerald begon al snel lezingen te geven over zijn therapie. Deze theorieën werden gematigd enthousiast ontvangen door de medische stand. Eén arts, Joseph Shelby Riley, was dermate onder de indruk dat hij en zijn vrouw, die ook arts was, besloten zich verder in de zonetherapie te verdiepen, om die in hun eigen praktijk toe te passen. Een assistente van Joseph Riley, Eunice Ingham (1879-1974), nam het initiatief om te komen tot wat we nu reflexologie noemen.
Dankzij haar toewijding en onderzoek was Eunice Ingham in staat het verband te leggen tussen de anatomie van het lichaam en de voeten. Zij ontdekte dat de voeten de toestand van het gehele lichaam spiegelen. Zij ontdekte ook dat de grote gevoeligheid van de voeten de behandeling versterkte. Dit verklaart waarom reflexologie behandelingen zich over het algemeen meer op de voeten dan op de handen richten.
Eunice Ingham reisde vele jaren langs verwante therapeuten en deelde haar kennis met masseurs, osteopaten en natuurgenezers.
Tijdens haar leven schreef ze twee boeken: Verhalen die de voeten kunnen vertellen en Verhalen die de voeten vertelden.
In 1960 introduceerde een van haar studenten, Doreen Bayly, de reflexologie in Engeland. Ze startte een opleiding in Engeland en gaf cursussen in Europa. Een van haar leerlingen, Hanne Marquardt ontwikkelde de technieken van Eunice Ingham op haar eigen manier verder. Ook zij heeft een grote bijdrage geleverd in het verspreiden van de kennis en kunde in Europa.
De kennis van Eunice Ingham werd door haar neef en nicht, Dwight Byers en Eusebia B. Messenger nog verder uitgedragen. De reflexologie heeft met het toenemen van de kennis van de anatomie en fysiologie een steeds wetenschappelijker achtergrond gekregen. Dit heeft de acceptatie bij de orthodoxe medische stand sterk bevorderd.
In vele landen zijn reflexologieverenigingen inmiddels erkend. Vandaag de dag is reflexologie een therapie die wereldwijd sterk in opkomst is. Ook in België wordt reflexologie meer en meer gekend. Wist je trouwens dat voor voetreflexologie een eigen NACECODE (86.909) bestaat in België? Handig te weten als zelfstandig reflexoloog.